De zwerver
Het was weer kerst een koude winter avond
Daar zaten mensen zo gezellig bij elkaar
Er stond een kerstboom voor hun raam te pronken
De ballen glommen en het kerstdiner was klaar
Maar buiten was het koud een donkere avond
ErĀ lag wat sneeuw de wind was kil en guur
Daar ging een zwerver door de donkere straten
Hij zocht een plekje in dit late avond uur
Maar onverwachts ging daar een voordeur open
Hij keek naar binnen, en zag daar de kerstboom staan
De vrouw des huizes, heeft hem uitgenodigd
De zwerven mocht met kerst bij hen aan tafel gaan
Hij dronk de wijn en smulde van het lekkere eten
De warme soep met kip en nog de pudding na
Hij genoot van de sigaar, die hem werd aangeboden
Zij dronken daarna nog wat koffie met elkaar
Maar dan opeens zei hij, ik ga nu maar vertrekken
Ik zou vanavond naar een oude vriend nog gaan
De gastvrouw werd bedankt voor het lekkere eten
De zwerver is de kerstnacht in gegaan
Ook nu zijn er nog zwervers en ontheemden
Er leven vluchtelingen in ons dorp en straat
Laten wij met kerst de eenzamen niet vergeten
Dat ook voor hen, die deur nog open staat.